Wat is een circulaire economie?

Een circulaire economie, ook wel kringloopeconomie genoemd, is een economisch systeem dat ervoor zorgt dat producten en grondstoffen zoveel mogelijk herbruikbaar worden. Dit zodat de verspilling zoveel mogelijk geminimaliseerd wordt, waardoor de impact op het wereldwijde milieu ook zal dalen. In een circulaire economie draait het om hergebruik, repareren en recyclen. We zullen moeten stoppen met het weggooien van producten na het te hebben gebruikt. Dat is namelijk wat we al ontzettend lang doen, volgens het lineaire economische model. Iedereen Europeaan (Inwoner van een land dat in de Europese Unie zit) verbruikt jaarlijks véértien ton aan grondstof én vijf ton aan afval. Blijkt uit onderzoek van de Europese Unie.

Het verbruik

We weten nu dus dat een circulaire economie draait om het hergebruiken, repareren of recyclen van oude producten. De impact op het milieu is namelijk ontzettend groot, door de manier waarop wij producten gebruiken. Het Europees Milieuagentschap zegt dan ook dat bijna 10 procent van de broeikasgasemissies komt door ons economisch model. Producten worden gemaakt, gebruikt en weggegooid zonder dat er ook maar nagedacht wordt over een mogelijke reparatie. Maar zo moeten we bijvoorbeeld ook naar de verpakkingen ervan kijken. Momenteel bestaan er al ontzettend veel regels omtrent het plastic. Zo hebben we in Nederland al een verbod op het verkopen van plastic wegwerpproducten en er staat ook al statiegeld op alle soorten blikjes en flesjes voor dranken. Dit komt doordat iedere Nederlander jaarlijks ruim 1500 stuks plastic verbruikte, voordat deze regelgeving in werking werd gezet. Plastic als materiaal is overigens niet het probleem. In Nederland – en vele andere landen – deden we het veel te weinig recyclen. Waardoor het direct op de afval berg terecht kwam. En er niets mee gedaan kan worden.

De voordelen van een circulaire economie

Natuurlijk is er maar één gebied dat het meest voordeel heeft aan deze nieuwe economie. Namelijk onze wereldwijde natuur. Doordat we veel minder afval creëren zorgt het er ook voor dat we minder grondstoffen hoeven te winnen. Iedere 15 seconden wordt er bijvoorbeeld al één voetbalveld gekapt in de Braziliaanse Amazone. Zodra we wereldwijd beter zijn in het hergebruiken van producten, zullen we ook minder natuurlijke hulpbronnen hoeven te gebruiken. Ja, de natuur is giga-belangrijk voor de mensen, al zorgt het ook voor nieuwe innovaties. Bedrijven zullen namelijk nieuwe technologieën moeten gaan bedenken. Totaal nieuwe businessmodellen moeten er namelijk voor zorgen dat er betere producten ontworpen worden, die we gaan maken van duurzame materialen. Economisch zullen alle landen hierop vooruit gaan. Wat daardoor direct zorgt voor meer werkgelegenheid. Naast dat, is het overigens ook goedkoper voor bedrijven, in plaats van producten importeren uit Azië kan het nu ook komen uit bijvoorbeeld Nederland.

Zijn er ook nadelen?

Nadelen is een groot woord. Wel is het zo dat er grote uitdagingen zijn die veel tijd en geld zullen kosten. Zo moeten landen gaan investeren in een totaal nieuwe infrastructuur. Maar bedrijven moeten ook gaan inzetten op nieuwe technologieën en bedrijfsmodellen. Vooral voor de kleine bedrijven in Nederland, gaat dit lastig worden. Ter voorbeeld; een winkeltje in het dorp, waar mensen hun oud ijzer inleveren. Met deze nieuwe economie zal die vraag erna véél groter worden. Waardoor grote bedrijven zullen gaan concureren. Logischerwijs moeten wij als consumenten ook ons gedrag gaan aanpassen. Zoals niet alles in een prullenbak gooien. In plaats daarvan moeten het goed gaan scheiden zodat het gerecycled kan worden. Daarnaast is het ook zo dat sommige banen zullen verdwijnen. Ja, procentueel zal de werkgelegenheid gaan stijgen. Maar toch zullen de beroepen als bijvoorbeeld in de mijnbouw en afvalverwerking snel krimpen.